De Driekoningen en de antichrist

door Lode Melis

We hebben in een vorig weetje wat verteld over de laatmiddeleeuwse schilder Jeroen Bosch (1450-1516). Hij is vooral bekend omdat hij de mensen deed schrikken met zijn schilderijen over de hel en zijn duivels. Soms zijn er ook kleine duiveltjes die meer grappig dan angstaanjagend zijn, zoals een rondwandelend ei waaruit een monstertje komt kijken.

 

Bosch is op zijn best wanneer hij de hel met zijn duivels schildert.

Dit eiermonstertje is een duivel. Vind je ook niet dat hij bangelijk grappig is?

Af en toe kwam Bosch ook eens naar buiten met een rustig schilderij zonder duivels. Dit is er zo een. Het stelt de aanbidding door de Driekoningen voor. Maar Jeroen Bosch zou Jeroen Bosch niet zijn als er niets speciaals te zien was!

Het middenpaneel van het Driekoningen-drieluik.

Kijk eens naar de man die in de deur van de stal staat. Je zou denken dat dit een van de koningen is maar dat kan niet want die staan, of knielen, alle drie vooraan. Wie is hij dan wel?

Hou je vast want deze kerel is nog erger dan alle duivels uit de hel … het is de antichrist!

De kerel die in de deur van de stal staat is niet te vertrouwen en achter hem staat nog een zootje ongeregeld …

Middeleeuwers waren heel gelovige mensen en in het evangelie staat dat de antichrist zal regeren net voor de eindtijd. Je kan het nalezen in de eerste brief van de apostel Johannes, hoofdstuk 2 vers 18 tot 27.

Die antichrist is nu precies het tegenovergestelde van alles waar Jezus voor staat; een hele kwaaie dus. Anti betekent tegen en antichrist wil dus zeggen: “tegen alles wat christelijk is”. Je mag niet vergeten dat het leven in die tijd volledig rond de kerk en het geloof draaide. Mensen waren echt bang dat het laatste oordeel snel zou komen. Dit schilderij is rond 1495 gemaakt en in 1500 zou er een nieuwe eeuw beginnen. Dat kon wel eens de eindtijd zijn … De antichrist was voor hen realiteit. 

Maar hoe weten we nu dat die man in de stal de antichrist is? Enkele weetjes geleden bekeken we een ander schilderij van Bosch: De Marskramer. Toen vertelden we dat Jeroen Bosch een aparte beeldentaal gebruikte die misschien voor de mensen uit die tijd begrijpelijk was maar voor ons helemaal niet. Zo zie je dat de marskramer op een slof en een schoen loopt. Dat betekent dat hij niet stevig op zijn benen staat. Jeroen Bosch wil hiermee zeggen dat dit een zondig mens is.

De antichrist staat op blote voeten en de wonde aan zijn been zit in een glazen schrijn. Hij draagt een doornenkroon met gouden doorns en kijkt spottend naar de kleine Jezus.

Zo zie je hoe Jeroen Bosch van een gewoon schilderij iets heel ongewoon wist te maken. Je moet natuurlijk zijn beeldentaal begrijpen en die is heel nauw verweven met het christelijke geloof uit die tijd.

Later zullen de protestanten vertellen dat de paus de antichrist is. En de paus vertelde precies hetzelfde over de protestanten!  

De marskramer loopt op een slof en een schoen en heeft een wonde aan zijn been met een verband rond.

Als je nu kijkt naar de man in de staldeur op het Driekoningen-schilderij dan zie je dat hij zelfs geen sloffen of schoenen draagt, maar op blote voeten staat. Hij staat volop in de zonde en voelt zich daar heel goed bij. Kijken we terug naar de marskramer, dan zien we dat hij een wonde aan zijn been heeft. Dat zijn de zonden die hij begaan heeft. Maar de marskramer heeft er een verband rond gedaan en dat wil zeggen dat hij zijn leven gaat beteren.

De man in de stal heeft ook een bloedende wonde aan zijn been maar die verzorgt hij niet, integendeel, er is een glazen schrijn rond gezet. Net alsof het een relikwie is: de antichrist vereert de zonde! Hij draagt ook een doornenkroon maar eentje met gouden doornen. Zo lacht hij met het lijden dat Jezus later zal meemaken. De antichrist kijkt spottend naar de kleine Jezus. Ondertussen heeft hij ook de kroon van de koning die voor hem zit ingepikt.

Protestantse spotmedaille met een portret van de paus. Wanneer je die op zijn kop zet zie je een duivel of de antichrist met hoorns.