Serendipiwatte? Serendipiteit: "per ongeluk" iets vinden terwijl je iets anders aan het zoeken was.
In de wetenschap komen we regelmatig serendipiteit tegen. Zo was de ontdekking van penicilline door Alexander Fleming een voorbeeld van serendipiteit. Terwijl hij zijn laboratorium opruimde, viel het hem op dat er een schimmel zat op een kweekplaat met kolonies stafylokokkenbacteriën en dat rondom die schimmel de bacteriën niet groeiden. Later analyseerde hij de stof die was uitgescheiden door de schimmel en dit bleek penicilline te zijn. Wellicht hadden anderen deze reactie al veel eerder gezien, maar Fleming was de eerste die het verder onderzocht.
Een ander voorbeeld van serendipiteit is de ontdekking van aspartaam, een kunstmatige zoetstof. James Schlatter werkte als onderzoeker bij een medicijnenfabrikant. Hij was op zoek naar een middel tegen maagzweren en experimenteerde met verbindingen van aminozuren. Toen hij aan zijn vinger likte om een pagina om te slaan, proefde hij een zoete smaak. De stof op zijn vinger bleek een verbinding te zijn van asparaginezuur en fenylalanine. Deze verbinding werkte niet tegen maagzweren, maar het leidde wel tot een groot commercieel succes voor de fabrikant. Later zou deze stof aspartaam gaan heten.
Nog voorbeelden van serendipiteit zijn playdough (speelklei), wat oorspronkelijk werd ontwikkeld om behang schoon te maken, en de lijm van post-its, welke werd ontdekt tijdens het zoeken naar een superkrachtige lijm voor de lucht- en ruimtevaart.