door Lode Melis
Verleden jaar kocht ik in een Londens museum een boek over het dagelijkse leven in de zestiende eeuw. Op de achterflap stond de korte inhoud en ik las dat mensen uit die tijd hun tanden poetsten met iets dat in het Engels soot heette. Dit woord begreep ik niet. In de boekshop vertelden ze me dat het iets vies was dat uit de schoorsteen kwam; roet dus.
Het klinkt ongelooflijk maar in de zestiende eeuw werd roet gebruikt als tandpasta, of beter gezegd, tandpoeder!
Tandenborstels bestonden al en dikwijls werd er met zout gepoetst, maar roet … dat had ik nog nooit gehoord. Toch is het echt waar. Roet bevat fijne korreltjes en blijkbaar reinigde dat je tanden. Haal het niet in je hoofd om het uit te proberen! Roet is giftig, maar dat wisten ze in de zestiende eeuw nog niet ...
Dit is roet uit een kachelpijp. Stel je voor dat je hier je tandenborstel indoopt en gaat poetsen! (Foto: Rasbak)
Maar er was nog wat anders. Soot is ook in het Mechelse dialect het woord voor roet. Het lijkt een gek toeval maar dat is het niet. Dialectwoorden verbergen dikwijls hoe onze taal vroeger klonk.
De taal die we in de zestiende eeuw spraken noemen we Middelnederlands. Er bestaat een online woordenboek van. Dat kan je vinden op de website met historische woordenboeken van het Instituut van de Nederlandse Taal: gtb.ivdnt.org/search. Hier vind je ook het woordenboek van het Oudnederlands uit de middeleeuwen, het Fries en het hedendaagse Nederlands.
Daar kom je te weten dat het woord soet naast zoet vroeger nog een tweede betekenis had en dat was – jawel – roet. In het Mechels werd dat soot. Wat verder staat dat soet ook synoniem was voor blanketsel. Dat was een poeder dat gebruikt werd om iets terug wit (blank) te maken. Je tanden bijvoorbeeld.
De website met de historische woordenboeken legt uit dat ‘soet’ ook ‘roet’ kan betekenen.
Die woorden kwamen in het Engels terecht omdat vele handelaars naar Engeland trokken om hun goederen te verkopen. Omgekeerd gebeurde dat ook natuurlijk. Die mensen moesten elkaar begrijpen en daarom namen ze soms gewoon woorden over. Zo heb je het Engelse woord hill wat heuvel betekent. Als je dat intikt in het Middelnederlandse woordenboek dan zie je dat een heuvel vroeger net zo goed een hill genoemd werd. Het Engelse after, betekent achter of na. In het oudste Nederlands dat we kennen werd niet het woord achter maar after gebruikt.
Natuurlijk had je in het Engels net zo goed dialecten en streektalen als in het Nederlands. Er bestond ook geen officiële Engelse spelling; een Nederlandse ook niet trouwens. De eerste Engelse drukker William Caxton, had het daar al moeilijk mee in 1490. Caxton drukte toen een nieuwe uitgave van het Oudgriekse Aeneas-verhaal. Hij vroeg zich af welk woord hij precies moest gebruiken om voor iedereen verstaanbaar te zijn.
William Caxton, de eerste Engelse drukker, toont zijn drukkerij aan de Engelse koning Edward IV. (Gravure uit The Graphic van 30 juni 1877)
In het voorwoord van zijn boek vertelde Caxton een grappig verhaal om aan te tonen welke misverstanden er konden ontstaan tussen streektalen.
Een man uit het noorden van Engeland was naar het zuiden gereisd en wilde bij een boerin eieren kopen. Dus vroeg hij naar eggs. “Sorry jongen,” zei het vrouwtje “dat versta ik niet want ik spreek geen Frans.” De reiziger maakte zich kwaad en zei dat hij helemaal geen Frans praatte maar Engels. Gelukkig kwam er iemand voorbij die vlug doorhad wat het probleem was. Hij vertelde de man dat eieren in het zuiden van Engeland eyren genoemd werden. Het valt weer op dat dit precies hetzelfde klinkt in het Nederlands!
Een stukje uit het voorwoord bij de Aeneas van William Caxton, met het verhaal over de eieren. (British Library, G.9723)
Engels, Duits en Nederlands zijn Germaanse talen. Ze zijn dus aan elkaar verwant. Die talen hebben dezelfde oorsprong en hoe verder je teruggaat hoe meer ze op elkaar lijken.
Toch moet je hiermee opletten. Als je in een Engelse tekst eventually ziet staan zou je denken dat ze eventueel bedoelen. Vergis je niet! Het betekent uiteindelijk of tenslotte.