door Lode Melis
Joris Hoefnagel was een Antwerps schilder en tekenaar uit de zestiende eeuw. Hij reisde veel. Dat bracht mee dat Hoefnagel soms vreemde dingen en mensen tegenkwam.
Er bestaat een tekening van hem en als je die goed bekijkt, denk je dat het een illustratie is bij het sprookje Belle en het Beest.
Petrus Gonsalvus en zijn vrouw Catherine (Joris Hoefnagel, ca. 1580, National Gallery of Art, Washington).
Je kent het wel. Een man komt in de tuin van een kasteel terecht en plukt een mooie roos voor zijn dochter. Dan verschijnt er een akelig beest dat ermee dreigt om de man te verscheuren tenzij zijn dochter Belle op zijn kasteel komt wonen. Belle gaat hiermee akkoord omdat ze zoveel van haar vader houdt. Vanzelfsprekend is Belle een heel mooi meisje. Het Beest is op slag verliefd en vraagt haar of ze met hem wil trouwen maar dat ziet Belle natuurlijk niet zitten. ’s Nachts droomt ze dat het allemaal goed zal komen. Er is ook een fee die haar komt vertellen dat het Beest van verdriet ligt te sterven in de tuin. En zoals dat hoort in een sprookje rent Belle naar het Beest toe. Als ze ziet dat hij er beroerd aan toe is breekt haar hart en ze vertelt het Beest dat ze toch van hem houdt ook al is hij nog zo lelijk. Dan verandert het Beest plots in een mooie prins want hij was natuurlijk betoverd door een boze heks of een ander rotkarakter.
Het sprookje werd meerdere keren verfilmd. In 2017 maakten de Walt Disney Studios een musicalversie, Beauty and the Beast, met Emma Watson in de rol van Belle.
Een illustratie van Warwick Goble bij het sprookje ‘De Schone en het Beest’ uit 1913.
Het oorspronkelijke verhaal werd in 1740 geschreven in het Frans door een dame met een naam die je onmogelijk kan onthouden: Madame Gabrielle-Suzanne Barbot de Villeneuve. Daar heette het: La Belle et la Bête.
Het is heel waarschijnlijk dat die Madame de inspiratie voor dit sprookje vond nadat ze de tekening van Hoefnagel zag. Maar de man die Joris Hoefnagel rond 1580 schilderde was helemaal geen beest maar een mens zoals jij en ik. Hij heette Petrus Gonsalvus (1586-1618). Gonsalvus zag er zo vreemd uit omdat hij leed aan Hypertrichose. Soms wordt dat ook het weerwolfsyndroom genoemd. Het is een zeldzame aandoening waarbij je lichaamsbeharing op alle mogelijke ongewenste plaatsen begint te groeien. Die beharing is ook abnormaal lang.
Petrus Gonsalvus trouwde met iemand die deze aandoening niet had. Dat zie je op de tekening. Maar enkele van hun kinderen hadden eveneens hypertrichose.
Portret van Antonietta Gonsalvus, een dochter van Petrus en Catherine leed ook aan Hypertrichose (Lavinia Fontana, 1595, Château de Blois).
Meestal werden zulke mensen gemeden en soms vermoord. Het waren duivelskinderen. Gonsalvus had geluk. Hij werd als kind cadeau gedaan aan de Franse koning Henry II. Maar de koning bekeek Petrus Gonsalvus niet als een rariteit. Hij trok zich het lot van de jongen aan en zorgde ervoor dat hij opgevoed werd zoals elke edelman. Hier leerde Gonsalvus ook zijn latere vrouw Catherine kennen.
Later verbleef Gonsalvus een tijdje aan het hof van Margaretha van Parma, de regentes van de Nederlanden. Het is waarschijnlijk dat Hoefnagel Petrus en Catherine rond die periode tekende. Uiteindelijk kwam hij in dienst bij Margaretha’s zoon, Alexander Farnese. Ondanks het feit dat men Petrus Gonsalvus als een edelman behandelde, werd hij nooit als een volwaardig mens beschouwd.
Mensen met hypertrichose kunnen vandaag een laserbehandeling krijgen. Hierdoor worden de haarworteltjes verschroeid en sterven deze af. Het is een pijnloze behandeling maar ze is heel duur en moet geregeld herhaald worden.
Affiche met de aankondiging dat de vrouw met de baard, Annie Jones, in Brussel te zien is (tussen 1881 en 1895).
Veel triester was het lot van mensen met hypertrichose in de negentiende en het begin van de twintigste eeuw. Ze werden dikwijls als kind verkocht aan circussen waar ze een van de attracties werden. Annie Jones werd bekend werd als de vrouw met de baard. Ze trad op in het circus van P.T. Barnum (1810-1891). Die trok rond met een circus dat eigenlijk een freakshow was. Barnum toonde mensen met een uitzonderlijke handicap, zoals een Siamese tweeling en dwergen, maar ook een zeemeermin (!) en de olifant Jumbo. Het woord barnumreclame is afgeleid van de naam Barnum en betekent: reclame voor iets dat veel ophef maakt maar helemaal niet goed is.
P.T. Barnum en ‘General Tom Thumb’, een dwerg die in zijn ‘freakshow’ optrad. Deze foto werd rond 1850 genomen door Samuel Root (National Portrait Gallery, Washington).