De was in een kaars dient als brandstof voor de vlam. Je kan dit proces vergelijken met de verbranding van benzine om de motor van een auto aan te drijven.
Kaarsen worden bijvoorbeeld gemaakt van paraffine. Hier zitten koolwaterstoffen in die afkomstig zijn uit aardolie. De brandstof is dus de bron van de koolstof die met zuurstof uit de lucht reageert tot koolstofdioxide en waterdamp.
In een auto komt bij deze reactie energie vrij in de vorm van beweging, bij de kaars in de vorm van licht en warmte in de vlam. Terwijl de vlam brandt, wordt kaarsvet dus continu omgezet in kooldioxide en water dat aan de omgeving ontsnapt.
Bron: Quest scheurkalender 2018, G+J Media Nederland C.V.