door Michael Delbeke
De gevolgen van de opwarming van de aarde hoeven inmiddels niet meer opgesomd te worden: het smelten van de ijskappen, oogstmislukkingen door droogte, het uitsterven van diersoorten… Dat laatste speelt effectief nu al een rol voor het voortbestaan van de zeeschildpadden, waar de wereldwijde temperatuurstijging voor een teveel aan vrouwelijke schildpadden zorgt. Een graadje meer of minder bepaalt immers of je als zeeschildpaddenmannetje of -vrouwtje geboren wordt.
Een paar graadjes meer? De barbecueliefhebbers en zonnekloppers onder ons zullen vast niet protesteren. Maar de zeeschildpadden, die hun eieren in het zand leggen, ondervinden wél rechtstreekse hinder van de temperatuurstijging. De temperatuur van het zand waarin ze hun eieren leggen bepaalt immers het geslacht van de schildpadjes die eruit komen: hoe warmer het zand, hoe meer kans dat het schildpadje als vrouw geboren wordt. Een verschil van 1 à 2 graden is daarbij al genoeg: wanneer het zand 29 graden is komen er gemiddeld ongeveer evenveel mannetjes als vrouwtjes ter wereld, vanaf 30,5 graden stijgt het aantal vrouwtjes zienderogen.
Een tekort aan mannetjes is, met het oog op de bevruchting, natuurlijk rampzalig voor het voortbestaan van de zeeschildpadden. Een natuurlijke oplossing voor de afkoeling van het zeewater kan bebossing aan de stranden zijn – door de schaduw koelt het zeewater af. Dat zal nodig zijn, want al jaren zijn de zeeschildpaddenvrouwtjes in de meerderheid. Maar laat bebossing nu net óók een heikel punt zijn in de klimaatproblematiek…